Taal belangrijkste drempel voor Oekraïense werkzoekenden in Vlaanderen

Eind september waren 13.463 Oekraïners ingeschreven bij VDAB. 40% van hen heeft al gewerkt of is nog aan de slag. Om na te gaan op welke drempels Oekraïners botsen, deed VDAB een onderzoek. Daaruit blijkt dat voor 92% van de werkzoekende Oekraïners taal een drempel naar werk vormt. Dat terwijl 91% aangeeft te willen werken en de helft overweegt om in België te blijven. VDAB investeert daarom in kennis van het Nederlands zodat Oekraïners aan het werk kunnen blijven.

Eind juni telde Vlaanderen 20.933 Oekraïense vluchtelingen onder het statuut tijdelijke bescherming op beroepsactieve leeftijd (18-65 jaar). Ruim 7.000 van hen (33,6%) hebben al werkervaring opgedaan in Vlaanderen. Eind september waren 13.463 Oekraïners ingeschreven bij VDAB. Bij hen ligt het aantal met werkervaring hoger dan gemiddeld. 42% van hen heeft al gewerkt of is nog aan de slag. Met het statuut ‘tijdelijke bescherming’ mogen ze in België werken en moeten ze geen wachttijd doorlopen. Ook moeten ze zich verplicht inschrijven bij VDAB. Dat besliste de Vlaamse Regering in mei dit jaar.

Vlaams minister van Werk, Jo Brouns: “Als Oekraïners zijn ingeschreven bij VDAB, zien we dat de kans op werk groter is. Daarom beslisten we dat Oekraïense ontheemden zich verplicht moeten inschrijven bij VDAB. We willen hen zo goed mogelijk ondersteunen en alle kansen geven. Uit het onderzoek dat VDAB deed blijkt bovendien dat minstens de helft van hen overweegt om in Vlaanderen te blijven, op termijn zal hun recht op verblijf samenhangen met het hebben van werk. De weg naar integratie loopt ook via werk.”

Voor 92% is Nederlandse taal een drempel

Voor heel wat Oekraïners blijkt het niet evident om een job te vinden. VDAB deed daarom een onderzoek om na te gaan welke drempels Oekraïense nieuwkomers in Vlaanderen ervaren in hun zoektocht naar werk en wanneer ze effectief aan het werk zijn. Het onderzoek bereikte 1650 Oekraïense nieuwkomers op beroepsactieve leeftijd, waarvan 1.518 via een online bevraging en 132 via interviews.

In het onderzoek geeft 92% van de werkzoekende respondenten aan dat taal een drempel naar werk vormt. Daarnaast is voor één op drie het gebrek aan kennis over de Belgische arbeidsmarkt een belangrijke drempel (30%), gevolgd door kennis over het jobaanbod (26.7%), gebrek aan kinderopvang (23.4%) en de schooluren (21.5%). Het onderzoek toont ook aan dat Oekraïners opvallend vaak werken in jobs onder hun niveau, die niet aansluiten bij eerdere werkervaringen, competenties of hun diploma. Het gebrek aan taalkennis blijkt daarin een grote rol te spelen. De hoge verwachtingen van werkgevers over kennis van het Nederlands maken de zoektocht naar een job op niveau - zeker voor de hooggeschoolden - bijzonder moeilijk.

Uit de bevraging blijkt bovendien dat de helft van de Oekraïense ontheemden hun toekomst in België zien. Dat is zeker het geval als kinderen hier al naar school gaan, de taal leren en vrienden maken. 22% van de Oekraïners is nog in dubio. 20% geeft aan dat ze sowieso terug willen gaan. Nu verblijven ze hier onder het statuut van tijdelijke bescherming. Maar dat loopt in principe in de loop van 2025 af. Wie nadien in België wil blijven, zal een beroep moeten doen op het systeem van arbeidsmigratie, waarbij een werkgever een zogenoemde gecombineerde vergunning aanvraagt. 91% van de Oekraïners geeft aan te willen werken.

Wim Adriaens, CEO van VDAB: “Vele Oekraïners willen hier een leven opbouwen. De helft van hen overweegt om in Vlaanderen te blijven wonen. We geven hen daarom alle kansen om duurzaam aan de slag te kunnen. Dat doen we bijvoorbeeld door te investeren in taal. Taal is een belangrijke competentie om werk te vinden en werk te houden. We integreren het leren van een taal ook in onze beroepsopleidingen. Werkzoekenden leren zo de taal die nodig is om de job te kunnen doen. Tegelijkertijd overtuigen we werkgevers ervan dat iemand de taal niet perfect moet kennen om een succesvolle start te maken.”

Die boodschap hebben ze begrepen bij DIGOO IT. Na een IBO gingen drie Oekraïense werkzoekenden er aan de slag. Arne Maes, Operational Manager bij DIGOO IT: “DIGOO IT is een bedrijf dat gebruikte laptops een nieuw leven geeft. We zijn continu op zoek naar nieuwe medewerkers. Afgelopen zomer deden drie Oekraïners een IBO bij ons. Door zo'n opleiding op onze werkvloer hebben ze nieuwe dingen kunnen leren. Twee van hen kunnen vandaag nieuwe coatings voor gebruikte laptops voorbereiden en plaatsen zodat de fysieke staat van de laptops ‘als nieuw’ wordt. De andere Oekraïner is aan de slag als orderpicker. De taalbarrière is een moeilijkheid maar de sfeer in het team is daardoor niet anders. Communiceren met handen en voeten gaat ook. Het is vooral de motivatie die belangrijk is.”

Vlaamse taalaanpak interessant voor Nederland

Het Nederlandse statistiekbureau CBS liet eind vorige week weten dat er ongeveer 50% ontheemden met werkervaring in Nederland zijn. Dat is zo’n 10% meer dan in Vlaanderen. Maar 28% van die tewerkstelling bestaat uit oproepcontracten of nul-urencontracten. Dat zijn contracten waarmee je per week weet hoeveel uur je kan of mag werken. Dat is iets wat in Vlaanderen niet bestaat. Nu de oorlog steeds langer duurt, is ook de Nederlandse bemiddelingsdienst UWV geïnteresseerd in een aanpak die meer duurzame tewerkstelling oplevert.

Judith Duveen, algemeen directeur Werkbedrijf van UWV: “De Nederlandse strategie voor ontheemden uit Oekraïne is er vanaf dag één op gericht drempels tot de arbeidsmarkt weg te nemen en ervoor te zorgen dat mensen direct aan het werk kunnen, zo is er is voor hen bijvoorbeeld geen werkvergunning nodig. Mede door de grote vraag naar arbeid in Nederland, de bereidwilligheid van werkgevers en de motivatie van de mensen om aan de slag te gaan is dat ook gelukt. Daardoor zijn we één van de koplopers in Europa als het gaat om het percentage werkenden in deze groep. We zien dat veel mensen uit Oekraïne in Nederland vooral in tijdelijke en uitvoerende banen werken, ze geven aan moeite te hebben om banen op niveau te vinden en slechts 3% is van mening dat ze het Nederlands goed beheersen. In andere landen, zoals Vlaanderen, zien we dat er meer is geïnvesteerd in het aanleren van de taal en soms ook om- en bijscholing van mensen, dit zou op de langere termijn tot meer werkenden kunnen leiden. Daarom is de Vlaamse aanpak waarbij wordt geïnvesteerd in taaltraining interessant voor ons.”

Achtergrondinformatie

Een vraag?

Woordvoerder Lies a.i.

Vragen als journalist

Lies Reynaert - woordvoerder a.i.